​​​

• Kook de spaghettini beetgaar volgens de aanwijzingen op de verpakking, giet af en spoel onder koud stromend water. 

• Snipper ondertussen de sjalot. Snijd de rode peper en de tenen knoflook fijn. Mix de sjalot met de peper en knoflook in het hakmolentje van de staafmixer tot een pasta. Snijd de takjes van de selderij fijn, snijd de blaadjes fijn en houd beide apart.

• Snijd de tempeh in reepjes. Verhit ⅔ van de olie in een koekenpan op hoog vuur en bak de tempeh 3-4 min. tot goudgeel en knapperig.

• Snijd de paksoi in de lengte in parten. Verhit ½ el olie in een grote koekenpan op hoog vuur en roerbak hierin de paksoi in delen 4 min. Voeg na 3 min. ¼ van de ketjap manis toe. Haal de paksoi uit de pan en houd apart.

• Verhit de rest van de olie in een wok op middelhoog vuur. Bak hierin de sjalottenpasta en de selderijsteeltjes 5 min. Voeg na 3 min. de rest van de ketjap manis, de ketjap asin en tomatenpuree toe. Verkruimel de bouillonblokjes boven de pan en roer door. Meng 2 el van dit mengsel met de gebakken tempeh.

• Zet het vuur hoog, voeg de spaghettini toe en bak 2 min. Haal de wok van het vuur. Roer de selderijblaadjes, het ketjapmengsel en de helft van de tempeh door de bami.​

• Verdeel de bami over borden en serveer met de paksoi en de rest van de tempeh.